Na een meerderheidsbelang in DAF Personenwagen B.V. te nemen in 1975, breidde Volvo haar modellengamma naar beneden uit: de 'kleine Volvo' die op de markt werd gebracht als Volvo 66 is een
Daf 66 met enkele uiterlijke- en met name veiligheidsverhogende veranderingen. Uiterlijk kreeg de 66 dikke zwarte bumpers met geïntegreerde knipperlichten, en de diagonale streep met het Volvo logo in de grille om het model in lijn te brengen met het familiegezicht van de grote Volvo's.
In het interieur bleef veel hetzelfde ten opzichte van de
Daf 66, maar de CVT (Volvo's hernoeming van de Variomatic, van 'continu variabele transmissie', Engels:
continuously variable transmission) werd voortaan bediend met een normale keuzehendel met de standen R (reverse, achteruit) N (neutraal) en D (drive, vooruit).
Voortaan kon je een 66 alleen starten met de keuzehendel in de neutraalstand N, en betekende de hendel naar voren dat je achteruit ging, en de hendel naar achteren dat je vooruit ging: precies omgekeerd aan het DAF principe van het pientere pookje naar voren = vooruit en naar achteren = achteruit.
Om het veiligheidsniveau op te krikken en Volvo's imago van veilige auto's uit te dragen in deze kleine 66, werden onder andere een gelaagde voorruit, verstevigingen in de kooiconstructie en automatisch oprollende gordels aangebracht.
Die veranderingen hadden wel hun prijs: de Volvo 66 GL die aangeboden werd voor 13.450 gulden was ruim 1100 gulden duurder dan de Daf 66 Marathon. Gaandeweg de jaren '70 werden andere auto's over de gehele linie duurder terwijl het prijsniveau van de Volvo 66 nagenoeg gelijk bleef, waardoor de Volvo 66 begin jaren '80 op de Mini automaat na in Nederland de goedkoopste auto met een automatische versnellingsbak was. Volvo heeft de 66 tot en met 1980 gebouwd.