DAF presenteert in 1974 de Daf 46, naar wat later blijkt de laatste echte DAF. De Daf 46 is de opvolger van de Daf 44, die vooral op technisch vlak flink afwijkt van zijn voorganger. De 46 krijgt de De Dion asconstructie van de Daf 66 en doordat DAF inzet op gewichtsbesparing wordt er gebruik gemaakt van een enkelvoudige Variomatic: de automatische versnellingsbak heeft maar één riem. De wisselstroomdynamo en brandstoftank worden uit de 66 overgenomen.
De motor daarentegen blijft de 2-cilinder boxermotor die in zijn voorganger 44 zat. Juist deze combinatie van een beproefde 2-cilinder motor en de gewichtsbesparing door de enkelvoudige Variomatic gaf de Daf 46 een gunstig brandstofverbruik: een economisch verantwoorde keuze.
Als opvolger van de Daf 44 was de 46 een evolutie van dat ontwerp. In grote lijnen zijn beide auto's hetzelfde, maar de 46 heeft een sierstrip met de merk- en typeaanduiding los van elkaar. De bumpers van een 46 hebben rubberen uiteinden en op de voorschermen zijn ronde knipperlichten gemonteerd.
De Daf 46 is gebouwd van 1974 tot en met 1976 en was de laatste echte DAF personenwagen die onder de DAF merknaam geproduceerd is: in tegenstelling tot de Daf 66 werd deze 46 niet omgedoopt tot Volvo.